Bekijk hier het lied: Muziekplezier
Muzikale spelletjes
- Baby 0-1 jaar
Met dit spel ben je bezig met de band tussen verzorger-kind en laat je de baby de tegenstelling wel-geen muziek ervaren.
Nodig: voor jezelf en je baby een rammelaar, schudeitje, sambabal, schudkoker of schudflesje.
Zing het lied en schud mee in de maat. Bij “STOP!” stop je met schudden en kijk je elkaar aan. Bij “en speel maar door” ga je weer verder met schudden. Veel baby’s willen eerst met hun mond onderzoeken wat ze in hun handen krijgen. Geef ze daar de tijd voor en ondertussen doe jij vast voor wat de bedoeling is. Hoe ouder de baby, hoe meer ze zullen laten zien van het schudden en reageren op de stop. Dan is het ook leuk om na de stop pas verder te gaan met zingen zodra de baby weer gaat schudden, tenzij het heel lang duurt want dan begin jezelf natuurlijk weer met schudden en zingen.
Heb je niks om mee te schudden klik hier voor: Schudflesjes maken
- Dreumes 1-2 jaar
Met dit spel ben je bezig met de kleine motoriek en laat je de baby de tegenstelling wel-geen muziek ervaren.
Nodig: iets om muziek mee te maken
Je kunt muziek maken met instrumenten zoals schudeitjes en trommels maar je kunt ook muziek maken door met je handen op de tafel te petsen of met een pollepel op een lege doos. Zing het lied en maak samen muziek tot “Stop”. Speel weer verder bij “en speel maar door”. Varieer de lengtes van de stiltes en kijk of ze echt gaan reageren. Zing het liedje ook een keer zachtjes en probeer dan ook zachtjes te spelen.
- Peuter 2-4 jaar
Met dit spel ben je bezig met de grote motoriek en de tegenstelling wel-geen muziek.
Bij dit spel hoort deze tekstvariatie: 1,2,3,4, loop met plezier….. STOP! en loop maar door.
We gaan nu dus niet muziek maken maar bewegen in de ruimte. We lopen in de maat van het lied en stoppen bij “Stop” en lopen daarna weer door bij “en loop maar door”. Loop kun je ook veranderen in spring, kruip, vlieg, ren. Laat de kinderen vooral een beweging verzinnen en leef je uit.
- Vanaf 4 jaar
Met deze spelletjes ben je bezig met de sociale ontwikkeling en de tegenstelling wel-geen muziek.
Doorgeefspel
Nodig: veel verschillende instrumenten of dingen waar je geluid mee kunt maken.
Bij dit spel hoort de tekstvariatie: “……STOP! en geef maar door!”
Zit in een kring en iedereen laat om de beurt zijn instrument horen. Daarna start je het lied en speelt iedereen mee in de maat. Na “Stop” stopt iedereen met spelen en daarna geef je je instrument door aan het kind rechts van je. Zing het lied net zo vaak tot iedereen weer zijn 1e instrument vast heeft. Varieer in tempo door het ook eens langzaam te zingen of juist heel snel. Maar ook hard en dan eens zacht.
Dirigeerspel
Nodig: 4 instrumentengroepen en 4 vellen gekleurd papier blauw, rood, geel en groen.
Bij dit spel hoort de tekstvariatie: “……STOP! en geef maar door!”
Maak vier groepjes en zeg welke kleur ze zijn. Begin het spel met uit te leggen dat jij de dirigent bent en leg de 4 kleuren voor je neer. Bespreek en leg uit wat een dirigent doet. Geef daarna elke groep een soort instrument. Dus bijvoorbeeld een groep met trommels bij elkaar, een groep met stokjes, een groep met sambaballen en een groep met triangels. Terwijl je het lied zingt, wijs jij als dirigent een kleur aan en de groep die daarbij hoort speelt op dat moment mee en de rest is stil. Bij “en geef maar door” geeft de dirigent zijn stokje door aan een ander die dan mag dirigeren. De dirigent gaat zitten op de plek van de muzikant en speelt vanaf dan op dat instrument.
Eindig het spel met “STOP! en nu allemaal” waarna iedereen nog een keer het hele lied mag meespelen. Zing daarna “STOP! en we ruimen het op!” waarna iedereen alles opruimt.
Tip: heb je geen instrumenten dan kun je ook met body-percussie werken. rode groep klapt in de handen, de blauwe groep stampt met de voeten, de gele groep petst op de knieën en de groene groep klapt op zijn borst. Je kunt ook 4 verschillende schudflesjes maken die allemaal anders klinken. Hoe klinkt rijst, suiker, erwten, water?
Kijk bij knutselen en klik hier voor Schudflesjes maken.