Bekijk hier het liedje: Muisje Miep

Muzikale spelletjes

Baby 0-1 jaar
Met dit liedje ervaart de baby de vorm van het liedje en voelt het de maat. Ook is het een activiteit die waarbij de baby zijn hele lichaam voelt (zintuiglijke ontwikkeling).

Leg de baby face to face op je schoot met de benen omhoog tegen je aan. Zing het lied en doe de volgende bewegingen:

-Een muisje, een muisje met piep piep kleine oortjes: loop met je vingers over het lijfje naar de oortjes toe.
-Een muisje, een muisje met piep piep kleine pootjes: loop met je vingers van boven naar beneden naar de tenen.
-Een muisje, een muisje, met een lange staart: teken met je vinger een lange staart op de buik van de baby.
-piept er tussenuit: prik in de buik je baby op “piept”
-Tippe tippe tippe tippe tip tip 3x: beweeg je benen op en neer in het ritme van de tekst.
-He, waar is ie nou?: doe je handen voor je ogen (verstoppertje).
-Piep piep! : laat jezelf weer zien. Eventueel kun je hier ook kiekeboe zeggen.

Dreumes 1-2 jaar
Met dit liedje ervaart de dreumes de afwisseling van stilstaan en bewegen en zal het na verloop van tijd ook woordjes meezingen.

Nodig: een muisknuffel of kijk bij knutselen hoe je deze muizenknutsel kunt maken.

Wijs de oren, pootjes en de staart aan tijdens het zingen. Als je zingt over “tippe tippe tippe tiptip” laat je de muis rondrennen en ren zelf gezellig mee. Verstop de muis bij “He waar is ie nou?” en laat de muis weer tevoorschijn komen bij “Piep piep!”

Peuter 2-4 jaar
De vorm van het liedje beelden we uit met doen alsof spel. De grote motoriek stimuleren we door op je tenen te lopen. Ritmisch lopen we op onze tenen.

De peuters doen alsof ze zelf een muis zijn en in het midden ligt een geel kleed dat is de “kaas”.

Zingt het lied en wijs bij jezelf je oren en je pootjes/benen aan en wijs met een grote boog vanaf je billen een lange staart aan. Eventueel doe je bij alle kinderen een lang touw om hun buik geknoopt met aan de achterkant dus een lang uiteinde “de staart”. Bij tippe tippe tippe tippe tip tip loop je allemaal op je tenen rond de “kaas” in het ritme van de tekst. Bij de 3e keer kruipen ze onder de kaas en zing je: He waar is ie nou? en dan til je het doek op en roep je allemaal: “Piep piep!”

Vanaf 4 jaar
Tijdens dit spel gaan de kinderen gericht luisteren en bij de spelvariatie ook naar de klank van iemands stem.

Nodig: een muisje met een piepje, verkrijgbaar in dierenwinkels.

De kleuters zitten in een kring en 1 of 2 kinderen zitten in het midden met ogen dicht en oren open. We zingen het lied en ondertussen geven de kinderen het muisje door. Na “He, waar is ie nou?” knijpt de kleuter in de kring die de muis heeft in het muisje tot het “Piep piep!” zegt. De kinderen in het midden wijzen met ogen dicht aan waar zij denken dat het muisje is. Daarna mogen ze ogen open doen en kijken of ze het goed hebben geraden.

Spelvariatie:
In plaats van een piepmuisje doorgeven loopt er een van de kinderen rond de kring en is de muis. Alle andere kinderen doen hun ogen dicht. Op het eind zegt dit kind “Piep piep!” en moet iedereen met ogen dicht aanwijzen waar het muizenkind is. Je kunt het daarna nog spannender maken door terwijl iedereen de ogen dicht heeft een muizenkind aan te wijzen die mag rondlopen. Op het eind geef je een paar kinderen de beurt om te vragen hoe het muizenkind heet. Kunnen ze het aan het “Piep piep” horen wie het was?