Bekijk het lied: Modderdag
Muzikale spelletjes
- Baby 0-1 jaar
Het is een liedje waarbij de baby de tegenstelling ervaart tussen een driedelige maatsoort en een tweedelige maatsoort.
Spelbeschrijving: Neem je baby op armen en wieg heen en weer bij “Kijk de bomen krom staan,….. weer verdraaid”. Loop daarna door de ruimte bij “Rikketikketikke tikt de regen,…… stampen in een modderplas”. Daarna herhaal je het wiegen en begint alles van voor af aan.
- Dreumes 1-2 jaar
Het is een liedje waarbij de dreumes de tegenstelling tussen een driedelige maatsoort en een tweedelige maatsoort toepast met beweging en daarmee wordt de grote motoriek gestimuleerd.
Nodig: evt. modderplassen in de vorm van hoepels of matjes of wat je voor handen hebt.
Spelbeschrijving: Ga allemaal vrij in de ruimte staan met je armen omhoog en wiebel heen en weer. Bij het rikketikketikke begin je samen rond te lopen en op het eind stamp je op de grond evt in de plassen. Je kunt het natuurlijk ook buiten doen in de regen en dan allemaal in echte modderplassen stampen.
- Peuter 2-4 jaar
Het is een liedje waarbij de peuter de tegenstelling tussen een driedelige maatsoort en een tweedelige maatsoort toepast met beweging en daarmee wordt de grote motoriek gestimuleerd. Het is een doen-alsof spel waarbij de fantasie van de kinderen wordt gestimuleerd.
Nodig: Gele, groene, rode ballenbakballen voor de appels. (In plaats van appels kun je het ook met blaadjes doen.)
Spelbeschrijving: Ga allemaal vrij in de ruimte staan met je armen omhoog. Iedereen krijgt in elke hand een appel die die stevig vast moet houden. Zing het lied en wiebel eerst heen en weer als een boom in de wind. Bij het rikketikketikke laat je je appels uit je hand op de grond vallen om ze op het eind weer op te rapen en alles begint opnieuw.
- Vanaf 4 jaar
Het is een liedje waarbij de kinderen de tegenstelling tussen een driedelige maatsoort en een tweedelige maatsoort toepassen met instrumenten. Ook leren ze wat het verschil tussen de maat en het ritme is.
Nodig: minstens 2 claves per kind, een grote trommel, een bekken
Spelbeschrijving: Bij “Kijk de bomen,….. het weer verdraaid.” wrijft een kind met een vlakke hand over het trommelvel. Bij “Rikketikketikke tikt de regen, …..in een modderplas.” tikken de kinderen mee in de maat van het lied. Bij modderplas slaat een kind op het bekken. Wie kan het ritme van de tekst tikken? Weet het kind met het bekken wanneer hij aan de beurt is als alleen het ritme getikt wordt en er wordt niet gezongen?
Extra idee 1: je kunt ook een instrument bedenken om mee te spelen op het woordje “regenjas” bijvoorbeeld een triangel.
Extra idee 2: De ene helft van de groep tikt de maat en de andere helft tikt het ritme. Als dit lastig is, zing dan samen het rikketikketikdeel van het lied en loop in de maat door de ruimte. Daarna sta je stil en klap je het ritme van de tekst en tot slot loop en klap je tegelijk. Probeer dan nog eens of het met de claves lukt.